Een artikel uit
het Rotterdams Dagblad van zaterdag 30 maart 2002 E-maildokter Robert Mol wil weer poepen zonder pieper Door Joyce de Bruijn Rotterdam Dokter Robert Mol, initiatiefnemer van de e-maildokter, neemt deze zomer afscheid van zijn 2200 patiënten in Hoogvliet. Hij gaat freelancen voor andere praktijken en huisartsenposten en wil verder met de ontwikkeling van de e-maildokter, die spoedig voor heel Nederland beschikbaar moet zijn. Het leuren met patiënten die het ziekenhuis in moeten, de hoge praktijkkosten, verzekeraars die traineren met nota's. Hij is het allemaal beu. ,,Ik ga kapot als ik het blijf doen op de manier die ik verantwoord acht. Als ik veertig patiënten per dag moet zien, kan ik niet de kwaliteit leveren die nodig is. Daarom moet ik gewoon stoppen.'' Hij noemt een van de vele voorbeelden die hem dagelijks de tenen doen krommen. Een stervende patiënte heeft met spoed een katheter nodig. Maar Mol stuit op een tergend trage bureaucratie. Want zulke aanvragen moeten eerst langs het Rotterdams Indicatieorgaan, dan naar de thuiszorg, werkgever van de wijkverpleegkundigen die dat soort klussen klaren. ,,Vroeger belde je gewoon de wijkzuster en de apotheeken even later was het voor elkaar. Maar nu roepen ze: uw spoed is niet onze spoed. Die vrouw is diezelfde middag overleden. Zo'n katheter had het net even wat minder ellendig kunnen maken voor haar.'' Dokter Mol heeft uitgesproken ideeën over hoe een huisartsenpraktijk zou moeten draaien. ,,Waar nodig vragen telefonisch of via e-mail afhandelen. Maximaal 25 patiënten zien per dag, zodat je met die mensen de diepte in kan. Niet ze na een minuut met een receptje de deur uitsturen, maar persoonlijke aandacht geven. Een lastige patiënt bestaat niet. Een patiënt wordt lastig gevonden omdat de arts geen tijd heeft om met hem te praten.'' Boos Tuurlijk voelt hij zich schuldig. ,,Als mijn patiënten boos zijn dat ik wegga, dan heb ik daar begrip voor. Maar ik probeer ze te leren dat ze er ook zelf voor kunnen zorgen dat ze niet ziek worden. Ik zeg wel eens: als mensen net zo goed voor hun lichaam zouden zorgen als voor hun auto of hun huisdier, dan zouden er vijftig procent minder zieken zijn.'' Mensen kunnen gezond blijven door zich een aantal leefregels aan te meten die Mol ook zichzelf opdraagt. ,,Leef met de dag. Niet teveel afspraken maken en de weekeinden helemaal vol plannen. Die zaterdag raakt vanzelf wel gevuld.'' Hij zal blij zijn dat hij straks niet meer om acht uur 's ochtends met zijn pieper paraat hoeft te staan. Hou op over die pieper. ,,Ik wil weer poepen zonder pieper. Elke dag hoop ik weer dat er geen spoedgeval tussendoor komt, want door een spoedgeval loopt de hele dag in het honderd. Onlangs nog werd ik om half tien 's ochtends weggeroepen. Moest ik een vrouw reanimeren. De GGD was er heel snel bij, maar ze stierf onder mijn handen. De volle wachtkamer werd naar huis gestuurd, maar ik moest wel naar de praktijk voor het telefonisch spreekuur.'' ,,Terwijl ik op zo'n moment eigenlijk gewoon naar huis wil. Om mijn eigen emoties te verwerken. Dan wil ik even een paar uur geen klachten over keelpijn aan mijn hoofd. Die zijn op dat moment zo ondergeschikt aan die man die zijn vrouw dood heeft zien gaan.'' Daarom is hij zo'n warm pleitbezorger voor een medicall center, een netwerk van huisartsen waar de praktijk voerende huisarts zich op kan abonneren. Gekoppeld aan een huisartsenpost in een ziekenhuis zou zo'n medicall center bijvoorbeeld kunnen inspringen voor een spoedgeval. ,,Als je bepaalde zaken kunt delegeren, hou je zelf de tijd voor die 25 patiënten over. Op die manier is het een fantastisch beroep. Dan kun je een vrouw van 70 overhalen weer lekker te gaan zwemmen. Zo'n vrouw belt je dan op. Dokter, had ik dat badpak maar tien jeer eerder gekocht. Heerlijk, dat zwemmen. Op zo'n moment groei ik als huisarts.'' Juist door zijn praktijk op te geven, hoopt Robert Mol het beroep te redden. Als 'vliegende keep' kan hij collega's ontlasten, hoopt hij. Mol zoekt naar een opvolger, lukt dat niet dan neemt de waarneemgroep Hoogvliet de zorg voor haar rekening. Uitgerekend op 1 juli, de dag waarop de Landelijke Huisartsen Vereniging nieuwe acties heeft aangekondigd, neemt hij afscheid. Breek hem de bek niet open over die acties. Acht jaar paars beleid heeft de zorg bijna om zeep geholpen, vindt hij. ,,Het is toch puur armoede dat het ministerie het weer zover laat komen? Die eis van dertig euro is niet onredelijk. De neerbuigendheid waarmee minister Borst de huisartsen vorig jaar met een fooi naar huis heeft gestuurd. Dat was voor mij eigenlijk de druppel die de emmer deed overlopen.'' Het is de huisartsen niet om een topsalaris te doen, weet hij. ,,Je gaat de zorg niet in voor het geld. Maar voor €20 per uur gaat er straks geen enkele huisarts meer werken. Gaat er zelfs niemand meer voor studeren. Voorzitter Bas Vos van de LHV heeft gezegd: de huisarts moet net zo'n bekend Nederlands product blijven als Heineken en de Hema. Ik geloof dat dat gaat lukken. Maar dan moet er wel nu actie worden ondernomen. En dan moeten zorgverzekeraars niet zeggen: laten we eerst maar eens onderzoeken wat zo'n e-maildokter doet. Nee, gewoon actie ondernemen en een tarief vaststellen voor een e-mailconsult. Want echt, alleen met hulp van de nieuwe communicatiemiddelen kan de huisarts overleven.'' |