Een artikel uit
Het Reformatorisch Dagblad van, 17-05-2002 Een
e-maildokter als huisarts
(Aad Alblas)
HOOGVLIET
Bezoek de dokter via internet. Stel hem on line je vragen of leg hem je
klachten voor. Eenderde van alles wat hem via dit moderne medium bereikt,
kan hij telefonisch afdoen. Als hij twijfelt,
laat hij je naar de praktijk komen. Binnenkort sluit dr. Robert Mol, huisarts
in Rotterdam-Hoogvliet, zijn praktijk en wordt de eerste fulltime e-maildokter
in Nederland. De aankomend e-maildokter wil het groeiende huisartsentekort
indammen. Op een aantal van 7500 huisartsen in Nederland zijn er nu al
500 te weinig. Binnen vijf jaar loopt dat op naar 2500.
.
„De belangstelling voor het vak is tanende”, zegt Mol. „De
werkdruk is hoog. Parttime werken is in en binnenkort stopt wellicht een
grote groep 55-plussers. Ongeveer 40 procent van de huisartsen zit
tegen een burn-out aan. Een deel van de nieuwe lichting heeft weinig trek
om huisarts te worden. Nu
al zitten 300.000 mensen in ons land zonder huisarts. Verwacht wordt dat
dat aantal in 2007 tot 5,4 miljoen zal zijn opgelopen. Daar moet wat aan
gedaan worden.”
.
Dr. Mol gelooft in zijn oplossing: de e-maildokter; alleen al als vangnet
voor de ongeveer 2500 ziekenfondspatiënten die in de regio Rotterdam
geen vaste huisarts kunnen krijgen. En voor al die
patiënten in het land die met hetzelfde probleem zitten. Daarnaast
wil hij niet uitgeblust raken. „Om
vier uur ’s middags moet je nog lekker fris achter de knuppel kunnen
zitten.”
.
Een jaar geleden is hij tijdens de telefoondienst voor zijn waarneemgroep
van 50.000 patiënten eens
gaan turven wat er allemaal op zijn bordje kwam. „Vijftig telefoontjes.
Twee patiënten heb ik naar
de praktijk laten komen en ik heb drie visites afgelegd. De rest kon ik
telefonisch afhandelen.”
De praktijk van dr. Mol telt 2300 patiënten. „Eenderde van
alle patiënten die zich dagelijks aandienen
zou niet gezien behoeven te worden”, zegt hij. „Hun vragen
en klachten kunnen net zo goed
telefonisch worden afgedaan. Zo zit ik dus met een behoorlijke portie
negatieve energie.”
.Het moderne medium e-mail gaf hem de impuls wat anders te gaan doen
binnen het huisartsenvak,
iets uitdagends. „Zo werd de e-maildokter in mij wakker. Ik heb
een website geopend waarop patiënten
met hun vragen of klachten terechtkunnen.
.
Vervolgens neem ik telefonisch contact met hen op, kom met een oplossing
waar de patiënt tevreden
mee is, schrijf desnoods een recept uit via de apotheek en breng een telefonisch
consult in rekening.
Bij twijfel laat ik de patiënt naar de praktijk komen.”
.De start vanuit het niets levert tot nu toe slechts een of twee mailtjes
per week op. Desondanks ziet
dr. Mol toekomst in het dokteren via internet. In Milaan is hij nog een
primeur tegengekomen. „Daar
bestaat al twaalf jaar lang een medisch callcenter, waarop 1,2 miljoen
mensen 24 uur per dag kunnen inbellen en een huisarts aan de lijn krijgen.
.Zoiets zou je ook hier kunnen koppelen aan de vier centrale huisartsenposten
in de regio Rotterdam. Weliswaar zijn die nu nog alleen in de avond en
de nacht open, maar er zou er ook één overdag open kunnen
zijn voor patiënten die geen huisarts hebben. Aan zo’n post
zou je een medisch callcenter
kunnen koppelen. Eenderde van de werkdruk van de huisartsen kan dan worden
opgevangen door zo’n telefonisch meldpunt.”
.Als Mol op 1 juli zijn praktijk sluit, gaat hij waarnemen in de vier
centrale huisartsenposten in de regio Rotterdam. „Omdat ik financieel
het hoofd boven water moet houden. Van een telefonisch consult bij
de e-maildokter voor 10,80 euro kan ik niet leven. Bovendien krijgt de
patiënt voor dat bedrag een
rekening. Een abonnement op de e-maildokter zou nog efficiënter zijn.”
Zilveren Kruis Achmea trekt voorlopig geen geld uit voor de
e-maildokter. „Nee, ze vinden het idee te nieuw. En omdat
er nog geen harde resultaatcijfers zijn, zijn ze ook nog
niet toe aan subsidie. Ik vind dat te bizar voor woorden.”
.
Naast zijn werk voor de huisartsenposten wil Mol toch
fulltime e-maildokter worden. „Ik geloof erin. De huisartsen mogen
in Nederland niet verdwijnen. Huisartsen moeten alleen nog maar patiënten
zien die echt gezien moeten worden. De rest moet worden afgevangen. Ik
wil een moderne huisarts worden en het oude, roestige spoor verlaten.”
|