MEDISCHE INFORMATIE OP INTERNET: HANDIG OF LINK?

Bron: Santé, februari 2004 Tekst: Sonja Aalbers

Het is zaterdagavond en je maakt je zorgen. Die vervelende, onverklaarbare pijn in je keel begint steeds meer op te spelen. Bij de huisarts kun je op zijn vroegst pas maandagochtend terecht. Dus wat doe je? Je speurt het World Wide Web af op zoek naar wat mogelijk de oorzaak van je klachten kan zijn.
Hoewel de huisarts nog altijd de belangrijkste bron van informatie is als het om gezondheid gaat, neemt het belang van internet toe. Uit een onderzoek dat de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) vorig jaar hield, blijkt dat ruim driekwart van de internetters het medium soms gebruikt om informatie over een gezondheidsprobleem op te zoeken. Twintig procent doet dit vaak of altijd; vrouwen meer dan mannen en chronisch zieken meer dan gezonden. Voor de gang naar de huisarts maakt het raadplegen van gezondheidsinformatie via internet volgens de ondervraagden niet zoveel uit: tachtig procent zegt dat dit geen verschil maakt, veertien procent zegt hierdoor minder te gaan, slechts twee procent zegt vaker te gaan.

Door de komst van internet heeft de consument een betere toegang gekregen tot informatie over gezondheid, ziekte en zorgvoorzieningen. Het is makkelijker geworden om ervaringen uit te wisselen met lotgenoten en het medium heeft de drempel voor het (anoniem) stellen van vragen of een second opinion aan artsen en zorginstellingen waar ook ter wereld, verlaagd. Daarnaast maakt internet de weg vrij voor nieuwe behandelingsmogelijkheden, bijvoorbeeld het behandelen van psychische problemen (e-therapy), of het interactief begeleiden van gedragsveranderingen, zoals stoppen met roken.
Mede dankzij internet is de positie van patiënten versterkt: ze zijn beter geïnformeerd dan vroeger en daardoor minder afhankelijk van hun arts. De hulpverlener wordt steeds meer een adviseur die door de patiënt wordt ‘ingehuurd’. In Amerika zijn er al voorbeelden waarbij de hulpverlener als een soort aannemer optreedt. Daar kunnen patiënten verzoeken om een operatie op het internet plaatsen en chirurgen kunnen deze patiënten vervolgens een aanbod doen. De patiënt kiest dan voor de chirurg met het aantrekkelijkste voorstel. Zover is het in Nederland (gelukkig) nog niet.
Wel verschijnen steeds meer patiënten met een uitdraai van medische websites in de spreekkamer. Hans van der Slikke, gynaecoloog in het Amsterdamse VU Medisch Centrum en deskundige op het gebied van medische websites, vindt het een goede ontwikkeling. “Die patiënten doen hun best om informatie te vinden. Artsen die daar problemen mee hebben en het internet niet serieus nemen, nemen hun patiënten niet serieus.”
Dat die informatie niet altijd klopt, is een van de nadelen van het internet, maar het gevaar daarvan moet volgens de gynaecoloog niet overdreven worden. “Vroeger kwamen de mensen met knipsels uit de Privé en huis-aan-huisbladen.” Bovendien vindt hij dat ook de invloed van andere media, zoals kranten, tijdschriften en televisie, niet onderschat mag worden. “Op internet zoeken mensen bewust en naar specifieke informatie. Nieuws dat ze in de krant lezen over bijvoorbeeld de invloed van hormoongebruik op het ontstaan van borstkanker, heeft veel meer impact.”

Feit blijft dat veel informatie op het internet onjuist, onvolledig, gedateerd en in sommige gevallen zelfs misleidend is. Het grote probleem is dat voor de internetgebruiker moeilijk te bepalen is welke informatie wel en welke niet betrouwbaar is. Ook kun je betrouwbare informatie verkeerd interpreteren en daardoor foute conclusies trekken. En consumenten kunnen op eigen houtje in het buitenland geneesmiddelen bestellen zonder dat hun arts daarvan op de hoogte is. Wanneer dit geneesmiddelen zijn die in Nederland alleen op recept verkrijgbaar zijn, kan dit schadelijk zijn voor de gezondheid. Een probleem waar momenteel hard aan gewerkt wordt, is de beveiliging van het internet om te voorkomen dat je persoonlijke gegevens in verkeerde handen komen.
Aan internet als medium kleeft dus nog best een aantal nadelen, maar om met die nadelen geconfronteerd te worden, moet je natuurlijk wél over internet kunnen beschikken. En dat is een heel ander probleem; een deel van de bevolking kán niet eens meeprofiteren van de voordelen van het medium van de toekomst. Het gaat dan met name om ouderen en minder draagkrachtigen die de aanschaf van een computer en de telefoonkosten niet kunnen betalen. De RVZ heeft de overheid geadviseerd alles op alles te zetten om de dreigende digitale tweedeling van de samenleving een halt toe te roepen. Volgens het adviesorgaan van regering en parlement kan e-health namelijk helpen de wachtlijsten te verminderen en de kwaliteit van de gezondheidszorg te verbeteren

Toen Hans van der Slikke in 1996 de website opzette van zijn beroepsvereniging, de Nederlandse Vereniging van Obstetrie en Gynaecologie (NVOG), bemerkte hij bij veel artsen nog terughoudendheid ten opzichte van het internet. “Maar dat is in de loop der jaren helemaal bijgetrokken.” Vooral als het gaat om internet als bron van informatie, want het medium is inmiddels uitgegroeid tot een heuse wereldbibliotheek waar artsen alle relevante informatie binnen mum van tijd hebben opgezocht. Maar als het gaat om het bieden van interactieve informatie aan de patiënt over bijvoorbeeld de eigen huisartsenpraktijk en zeker als het gaat om het communiceren met de patiënt via het internet, zijn veel artsen nog wat voorzichtig.
Meer dan de helft van de huisartsen en een toenemend aantal tandartsen beschikt inmiddels wel over een eigen website waarop ze informatie over de praktijk vermelden. Maar de consument wil méér. In het eerdergenoemde onderzoek van de RVZ geeft ruim 75 procent van de internetgebruikers (ofwel ruim zes miljoen Nederlanders) aan dat ze graag via het internet vragen aan hun huisarts zouden willen stellen. Wanneer dit zou kunnen, denkt veertig procent van hen minder vaak naar de huisarts te gaan, slechts zeven procent zegt vaker te gaan. Hoewel drie op de vier internetgebruikers aangeeft graag te willen e-mailen met de huisarts, wordt deze mogelijkheid in slechts zeer weinig gevallen geboden. Ook het maken van afspraken en het aanvragen van een herhalingsrecept vindt in de meeste gevallen nog niet via de digitale snelweg plaats.
Een uitzondering in deze is huisarts Robert Mol. Hij begon twee jaar geleden – naar zijn weten als eerste huisarts in Nederland – met zijn e-mailpraktijk, in eerste instantie bedoeld voor mensen zonder huisarts. “Inmiddels heeft ongeveer de helft van de mensen die me raadplegen gewoon een huisarts, maar die mailen me omdat ze bijvoorbeeld de tijd die ze bij de dokter krijgen te kort vinden, omdat hun huisarts ziek is of omdat ze graag een second-opinion willen.” In het eerste jaar ontving Mol circa negentig vragen, in het tweede jaar waren dit er al bijna tweehonderd. Mol belt binnen 24 uur terug en bepaalt aan de hand van het gesprek of een telefonisch consult volstaat. Is een persoonlijk consult volgens Mol nodig, dan mag de patiënt bij hem langskomen of hij belt een collega als de patiënt bijvoorbeeld aan de andere kant van het land woont. “Maar vaak blijken de mensen toch graag naar mij toe te willen komen.” Vorig jaar besloot hij zijn huisartsenpraktijk stop te zetten om zich helemaal aan het e-mailproject te kunnen wijden. Nu is hij fulltime e-maildokter en daarnaast waarnemend huisarts in de regio Rotterdam .“Het is zo ontzettend leuk om te doen. Je bent met moderne techniek bezig en mensen blijken heel erg goed en duidelijk hun vraag te kunnen formuleren. In tweederde van de gevallen blijkt het helemaal niet nodig om de patiënt te zien. Dat scheelt enorm veel tijd.” Hoewel de e-maildokter nog maar weinig navolgers heeft, merkt hij dat zijn ‘elektronische praktijk’ binnen de huisartsenkring steeds meer geaccepteerd wordt. “Dat is heel bizar. In het begin zagen ze me nog als een bedreiging, maar het laatste half jaar zijn de reacties veel positiever. Ook binnen de Landelijke Huisartsen Vereniging bespeur ik een kentering.” De overkoepelende organisatie van de Nederlandse huisartsen laat weten internet als een aanvulling van het reguliere huisartsenwerk te zien, mits het goed wordt gebruikt en niet als vervanger van de huisarts. De LHV is inmiddels een project gestart, de website www.praktijkinfo.nl waar aangesloten huisartsen een website kunnen onderhouden tegen geringe kosten en waar zij ook patiëntenfolders van de LHV op kunnen plaatsen.
Deskundige op het gebied van medische websites Hans van der Slikke verwacht dat de gezondheidszorg op termijn niet meer onder het fenomeen internet uitkomt. “Waar we in de toekomst naar toegaan, is dat internet steeds meer geïntegreerd wordt in de gezondheidszorg. Binnenkort kunnen patiënten van de VU bijvoorbeeld via het internet een afspraak maken. Dat kan op dit moment ook al, alleen wordt je dan teruggebeld. Straks kun je meteen allerlei gegevens invullen, zoals klachten en je voorgeschiedenis, waarna je automatisch wordt doorgestuurd naar specifieke informatie. Als er dan nog vragen overblijven, dan kun je die tijdens het spreekuur aan de arts stellen. Zo ben je veel directer en concreter bezig en wordt de afspraak met de arts minder routine en dat is veel bevredigender voor de patiënt.”
De volgende stap is volgens Van der Slikke het opslaan van patiëntengegevens. “En nog een stap verder zal de patiënt zijn eigen medisch dossier kunnen inkijken en dingen kunnen toevoegen. Dat gebeurt nu al op beperkte schaal, maar nog niet op algemene schaal en nog niet geïntegreerd.”


Afvallen met internet
NewHabits is een nieuwe methode om overgewicht te lijf te gaan met behulp van internet. NewHabits zorgt ervoor dat je zicht krijgt op de vraag waarom je overeet en wat je eraan kunt doen om dit gedrag te veranderen. Er zijn drie groepscoachingprogramma’s die allemaal zijn gebaseerd op de filosofie van NewHabits dat je alleen kunt veranderen als je oud gedrag vervangt door nieuw gedrag. Zicht krijgen op oud gedrag doe je aan de hand van schrijfopdrachten, coaching door de NewHabits-coach en in samenwerking met je mededeelnemers.
Wil je weten of de NewHabitsmethode iets voor jou is, doe dan de test op www.newhabits.nl. Hier kun je ook meer informatie vinden over de programma’s, de kosten en wat je nodig hebt om mee te kunnen doen.

Op zoek naar een huisarts of tandarts
Ben je op zoek naar een huis- of tandarts? Kijk dan eens op www.huisartsen.nl, www.praktijkinfo.nl, www.tandartspraktijk.nl.
of www.tandarts.nl voor een arts bij jou in de buurt. De laatstgenoemde site biedt als extra functie dat je kunt zien welke tandarts nog patiënten aanneemt. Wel zo handig!
Ben je arts en zou je ook graag een eigen website willen hebben, maar weet je niet hoe dat moet? De sites www.huisartsen.nl, www.praktijkinfo.nl, www.tandartspraktijk.nl. helpen je bij het direct aanmaken van een eigen website.


Hoe lang moet ik wachten?
Wanneer je een operatie moet ondergaan, wil je het liefst zo snel mogelijk geholpen worden. Op www.nvz-ziekenhuizen.nl kun je het specialisme of de aandoening invullen, je woonplaats en de maximale afstand die je naar het ziekenhuis wilt afleggen en je krijgt een overzicht van alle wachttijden in de beschikbare ziekenhuizen.
De site wordt iedere maand bijgewerkt.


Bijwerkingen melden
Gebruik je medicijnen en heb je last van onbekende bijwerkingen? Meld ze dan bij Nederlands Centrum Bijwerkingen Lareb via de website www.meldpuntbijwerkingen.nl. Lareb, dat staat voor Landelijke Registratie en Evaluatie van Bijwerkingen, is door de overheid aangewezen om bijwerkingen van medicijnen te verzamelen en te analyseren om zo schade door geneesmiddelengebruik te voorkomen. De melding via internet voor patiënten geldt als proef, nadat ze hebben aangegeven dat ze hun bevindingen graag rechtstreeks aan Lareb melden.


Wie controleert het allemaal?
Internet is een ‘open’ medium waar iedereen informatie op kan zetten of vanaf kan halen. Helaas is die informatie soms niet betrouwbaar en wordt er niet altijd even zorgvuldig met jouw persoonlijke gegevens omgesprongen. Daarom gaan steeds meer overheden over tot het instellen van kwaliteitskeurmerken of het opzetten van een gezondheidsportaal, een site die geen inhoudelijke informatie bevat maar doorverwijst naar andere, deugdelijke informatiebronnen. Een goed voorbeeld van zo’n site is www.gezondheidskiosk.nl, een initiatief van de Nederlandse overheid en een aantal gezondheidsorganisaties.
Andere betrouwbare websites zijn:
www.erfocentrum.nl, met onder andere beschrijvingen van honderden erfelijke ziekten en aandoeningen.
www.efarma.nl en www.medicijnen.nl. Via deze sites kun je medicijnen kopen. Let op: voor geneesmiddelen waar een recept voor nodig is, moet een recept worden opgestuurd.
www.ziekenhuis.nl, met onder andere informatie over ziektebeelden, een medicijngids en links naar alle ziekenhuizen
www.apotheek.nl, met deskundig en persoonlijk advies over het gebruik van geneesmiddelen.

TNO Gezondheid en Preventie heeft bovendien het kwaliteitskeurmerk QMIC ontwikkeld Dat staat voor Quality of Medical Information and Communication. Als je op een website het QMIC logo vermeld ziet staan, dan weet je zeker dat de website aan alle essentiële eisen (op het gebied van onder andere privacy, technische beveiliging en de inhoud van de informatie) voldoet. Op www.gezondzoeken.nl kun je zien welke website het QMIC certificaat reeds hebben ontvangen.

Wil je geneesmiddelen of andere gezondheidsproducten bestellen via internet, doe dat bij voorkeur via een website die is aangesloten bij de overkoepelende vereniging voor de branche van kopen op afstand. De leden onderschrijven de gedragsregels van de Thuiswinkel waarborg, te herkennen aan het bijbehorende logo. (voor meer info: zie www.thuiswinkelwaarborg.nl)

Teledermatologie
Telegeneeskunde, ofwel geneeskunde op afstand, is een van de ontwikkelingen die internet binnen de gezondheidszorg mogelijk heeft gemaakt. Een voorbeeld hiervan is teledermatologie. In het hele land lopen verschillende proefprojecten naar de haalbaarheid van deze nieuwe techniek gestart.
Teledermatologie werkt als volgt: een patiënt gaat met een huidklacht naar de huisarts die een digitale foto van de aandoening maakt en een uitgebreid vragenformulier invult. Deze worden door middel van internet naar de teledermatoloog gestuurd die de huisarts vervolgens binnen enkele dagen adviseert over de behandeling of gewenst nader onderzoek. Het project biedt verschillende voordelen: de patiënt hoeft niet meer altijd naar de polikliniek van het ziekenhuis – wat tijd en geld bespaart – en ontvangt bovendien al binnen enkele dagen de diagnose en het bijbehorende behandelingsadvies. De huisarts kan op deze wijze zijn kennis over huidziekten vergroten en actualiseren en de dermatoloog ziet geen patiënten meer voor wie een bezoek aan een specialist eigenlijk niet nodig was geweest.
Uit de proef ‘Teledermatologische consultatie’ (TDC), dat in 2000 in het ziekenhuis Nij Smellinghe in Drachten van start ging, bleek dat in 65 procent van de gevallen een verwijzing naar het ziekenhuis werd uitgespaard. Meer dan 95 procent van de consulten werd als effectief beschouwd. Onlangs won het project de Telemedicine Stimuleringsprijs, een initiatief van EPN - Platform voor de Informatiesamenleving. Inmiddels is besloten het verzorgingsgebied uit te breiden tot heel Friesland en de nieuwe vorm van dermatologische zorg structureel mogelijk te maken.


Heb je een vraag? Stel hem aan de specialist!
Op het internet zijn verschillende websites te vinden waar je via de e-mail een medische vraag kunt stellen aan een specialist. Vaak wordt hier een geringe (gemiddeld tussen de tien en twintig euro) vergoeding voor gerekend. Deze kosten worden niet altijd door de ziektekostenverzekeraar vergoed, dus het is verstandig daar eerst even naar te informeren!
Huisarts Robert Mol uit het Zuid-Hollandse Rhoon kun je via zijn website www.emaildokter.nl vragen stellen over een gezondheidsklacht, een recept aanvragen of een verzoek doen. Mol belt binnen 24 uur terug. Indien nodig volgt een persoonlijk consult.
Wil je e-mailen met een seksuoloog, kinderarts, psycholoog of andere professionele hulpverlener? Kijk dan op www.spreekkamers.nl. Via deze site kun je doorgelinked worden naar websites van diverse medisch deskundigen.
Op www.huisarts.nl vindt je eveneens een vraag- en antwoordservice, waar je aan diverse specialisten je probleem kunt voorleggen. Binnen drie dagen heb je antwoord.
Op www.seksualiteit.nl vind je niet alleen veel informatie, een forum en adressen van deskundigen in het hele land, je kunt er ook vragen stellen aan een van de seksuologen. Is langdurige begeleiding nodig, dan kun je ook via de e-mail door een van de seksuologen gecoacht worden.


Je eigen medisch dossier op internet
Zou je graag zelf je medische gegevens op internet willen bijhouden? Dat kan. Op www.medlook.nl kan iedere patiënt een eigen medisch dossier (laten) openen. Je kunt de gegevens zelf of samen met je huisarts en apotheker bijhouden. Medlook is op verzoek van de Landelijke Huisartsen Vereniging uitvoerig doorgelicht door het College Bescherming Persoonsgegevens en veilig bevonden. Je anonimiteit is volledig gewaarborgd, je werkt namelijk met een gebruikerscode en een wachtwoord. Een eigen dossier kost € 12,- per jaar. Inmiddels biedt een aantal apotheken het dossier aan haar vaste klanten gratis aan. Medlook kan je vertellen of zo’n apotheek bij jou in de buurt zit. Op de website kun je ook een voorbeeld van een medisch dossier inkijken.
Het Medlook dossier is een voorbeeld van een elektronisch patiëntendossier (EPD); hierin zijn de gegevens van één patiënt opgeslagen. Verschillende artsen en ziekenhuizen zijn bezig elektronische medische dossiers (EMD) samen te stellen, waar de gegevens van de patiënten van één arts in staan. Ook landelijk zijn er pogingen tot één elektronisch medisch dossier te komen maar de invoering zal nog jaren op zich laten wachten.

Gratis voedingsadvies
Suzanne Janssen, gediplomeerd voedingsconsulent, is twee jaar geleden gestart met de website www.voedingsecho.nl waarop zij informatie geeft over voeding en gezondheid. De site biedt de mogelijkheid om je te abonneren op de gratis nieuwsbrief. Daarnaast beantwoord Suzanne via de e-mail vragen over alles wat met voeding en gezondheid te maken heeft. En dat kan zijn gezonde voeding in zijn algemeenheid, gewichtsverlies, slechte nagels, maar ook vragen over aambeien, ADHD en het Prikkelbaar Darm Syndroom. Het beantwoorden van vragen doet ze gratis, omdat ze graag de drempel voor mensen om vragen te stellen, wil verlagen. “Ik zou het ook heel moeilijk vinden te betalen, terwijl ik niet weet of de informatie die ik krijg dat wel waard is. Bovendien vind ik dat bij mensen de basiskennis van goede voeding niet mag ontbreken. Het is letterlijk van levensbelang. Ook vind ik dat men voor een enkele vraag niet naar een arts of diëtist hoeft. Vaak voelen mensen zich bezwaard om met een in hun ogen kleine vraag naar de arts te gaan.”


Anticonceptiewebsites goede aanvulling

Heldere informatie via internet, specifiek gericht op gebruiksters van een anticonceptiemiddel, leidt tot meer verantwoord gebruik. Dat is de mening van 83 procent van de 104 ondervraagde artsen, apothekers en andere professionals wiens mening eind vorig jaar werd gepeild tijdens een wetenschappelijk symposium over anticonceptie. Informatie van artsen, apothekers en servicewebsites van farmaceutische bedrijven vullen elkaar goed aan. Enkele websites die recent zijn gelanceerd zijn: www.mirena.nl, www.lovette.nl, www.nuvaring.nl en www.pilpleister.nl


E-therapy
Voor wie geconfronteerd wordt met de gevolgen van een schokkende of traumatische gebeurtenis of tegen een burn-out loopt, maar weinig zin heeft om tegenover een psycholoog plaats te nemen, is er nu een alternatief: therapie via het web. Het bedrijf Interapy biedt laagdrempelige en kortdurende psychologische hulp via het Internet, zowel voor het behandelen van stress door een schokkende ervaring (posttraumatische stressstoornis) als voor de preventie en behandeling van burn-out. Bij de methode, die is ontwikkeld door de Universiteit van Amsterdam, worden cliënten gedurende een periode van zeven, respectievelijk tien weken intensief begeleid door een vaste gecertificeerde psycholoog.
De eerste evaluaties laten zeer goede resultaten zien: tachtig procent van de deelnemers verbetert tot het niveau van genezing, de overige twintig procent verbetert licht. Zelfs in vergelijking met de standaard face-to-face-behandeling scoort de on line therapie twee tot drie maal hoger. Grote bedrijven als ABN Amro en de Nederlandse Spoorwegen maken inmiddels al gebruik van de diensten van Interapy.
Half maart wordt het reguliere behandelaanbod uitgebreid met een therapie voor mensen die kampen met een depressie. Ook loopt er op dit moment een onderzoek naar de behandeling van paniekstoornissen via het internet. Voor meer informatie: www.interapy.nl