Mailinterview met e-maildokter Robert
Mol
‘Ik ben voor alle communicatie die mensen er beter
gemutst op maakt’
bron: NFK & U, februari 2004.
Huisarts Robert Mol startte ruim twee jaar geleden een ‘virtuele
praktijk’.. Een goed initiatief, vond Els Borst, toen nog minister
van volksgezondheid, ook in verband met het huisartsentekort. Maar sindsdien
is hij nog steeds bijna de enige ‘e-maildokter’.. Anders dan
in andere sectoren, is hulpverlening en informatievoorziening via e-mail
en internet in de gezondheidszorg nog niet erg ingeburgerd. Vanuit zijn
enthousiasme voor het mailcontact geeft digitale huisarts Mol tips aan
kankerpatiëntenverenigingen ter ondersteuning van het lotgenotencontact
per e-mail. Ook vertelt hij over zijn ervaringen en visie op het gebruik
van moderne communicatiemiddelen in de zorg. ‘Meld gewoon aan artsen
dat je als patiënt op een moderne wijze wenst te communiceren.’
Wat is vanuit uw ervaring als e-maildokter uw visie op lotgenotencontact
via e-mail?
Als je er als patiëntenvereniging nu nog niet aan doet, begin er
dan morgen mee. Contact per e-mail is erg leuk en het geeft een andere
vorm aan het lotgenotencontact. Maar terzijde: lotgenoten, wat een verschrikkelijk
ziekmakend woord. Daar word ik niet beter van, hoor. Is medegenoten of
zielgenoten niet veel prettiger in de communicatie met elkaar?
Internet en e-mail betekent naar mijn gevoel een nieuwe dimensie in de
communicatie. Volgens de meeste patiënten die mij mailen, is schrijven
gewoon heel mooi. En ook doeltreffend. Je leest je eigen verhaal nog eens
over voordat je op de verzendknop drukt. Vaak kom je dan tot de ontdekking
dat er al veel verduidelijkt is, zonder dat je iemand geraadpleegd hebt.
Ik had laatst iemand met een extreme vorm van overgewicht, die na twee
A4-tjes eindigde met de woorden: goh, wat een opluchting dat ik dit verhaal
kwijt ben.
Wat zijn bijzonderheden van mailcontact- en consultering waar
je op moet letten?
Vaak zijn mensen bang dat de woorden die ze schrijven niet veilig zijn
op het internet. Helaas is dat ook nog niet helemaal zo. Maar gisteren
wierp ik een verkeerd bezorgde brief van de bank bij mijn buurman in de
bus en dacht ik: bij brieven kunnen we ook niet zo zeker zijn van onze
zaak. Als je telefonisch met een arts spreekt, is het eveneens mogelijk
dat het gesprek afgeluisterd wordt. Dat is toch niet iets waar veel mensen
vaak bij stilstaan.
Verder: doe gewoon alsof je een gesprek voert. Dat houdt het verhaal en
de boodschap lekker natuurlijk. Doe er eens een plaatje bij van een dierbare,
of desnoods van de kat of de hond. Maakt het leuk en plesant. En lees
het verhaal niet twintig keer over voor je het verzendt. Ik zie het contact
per e-mail als een gesprek. Dan is het ook niet nodig om jezelf voortdurend
te corrigeren.
Wat zijn volgens u de voor- en nadelen van hulpverlening, medische
informatievoorziening en ook lotgenotencontact per e-mail?
Ik zie alleen maar voordelen. Maar dat komt omdat ik een positief mens
ben én huisarts. Ieder nadeel heeft zijn voordeel. Negatief is
zo gemakkelijk. Als een patiënt de wachtkamer uitgaat met een recept
en bij de deur vraagt: maar als het hiermee nu niet overgaat, dan verzoek
ik hem het recept weer in te leveren, daar de kans op beterschap met zo'n
houding tot bijna nul gereduceerd wordt.
Een groot voordeel is de mogelijkheid van communicatie op grote afstand,
en e-mail is snel en werkt barrièreverlagend. Bovendien ben je
lekker modern bezig en dat houdt je jong van geest.
Stelling: per mail komen grote vragen - soms noodkreten - binnen
waarop je (vanwege weinig gegevens) maar heel kleine antwoorden kunt geven.
Uiteindelijk is deze vorm van hulpverlening alleen maar teleurstellend
voor de hulpzoeker. Wilt u hierop reageren?
Ik ben het er niet mee eens. Ik bel binnen vierentwintig uur op iedere
vraag die ik per e-mail binnenkrijg. Vaak komen we er dan uit, ongeacht
de grootte van het probleem. Teleurgestelde mensen hebben zich bij mij
nog niet gemeld. Als we er niet uitkomen, dan komt de patiënt naar
mijn praktijk in Rhoon. Het face-to-face-contact helpt dan het probleem
op te lossen..
Wat is dan nog de meerwaarde van contact per mail als u de mensen
vervolgens gaat bellen?
Een belangrijke meerwaarde is dat de ingesprekstoon er niet meer is. Daar
worden mensen chagrijnig van, en terecht.. Als ik terugbel, krijg ik altijd
plezierige mensen aan de telefoon die blij zijn dat ze teruggebeld worden,
en dat ook vrij snel - ik check de mail om de drie uur. Ook voor de arts
is het prettiger, omdat je niet voortdurend gestoord wordt door de telefoon
en je het getoeter in je oor kwijt bent. Sommigen mensen zeggen me wel:
wat een gedoe om elke keer je mail te bekijken. Maar eigenlijk is telefoon
veel storender dan mail.
Ten slotte wordt de communicatie er duidelijker op. Gister kreeg ik een
mail van een mevrouw die het Nederlands niet goed beheerste. Er zaten
wel spelfouten in haar mail, maar als ik ze me gebeld had, had ik minstens
een halfuur met haar aan de telefoon gezeten om het probleem boven tafel
te krijgen. Nu had ze het netjes opgeschreven, dat is voor mij en voor
haarzelf handig.
Sommige mensen mailen omdat ze de voorkeur geven aan een anoniemere vorm
van contact. Ze willen misschien niet eens gebeld worden.
Dit kun je in de mailetiquette inpassen. Het is volgens de mailetiquette
dat om in een mail standaard weer te geven binnen welke termijn een antwoord
terug kan worden verwacht. Zo heb je ook de mogelijkheid om weer te geven
dat je bijvoorbeeld alleen per mail antwoord terug wilt ontvangen.
Krijgt u ook wel vragen per e-mail van mensen die kanker hebben?
Bijna niet. Wel laatst van iemand die in een regel of zes haar klacht
zo beschreef dat de kans op een kwaadaardige tumor aanzienlijk was. Ik
denk dat de meeste mensen met kanker via jullie medium vragen stellen.
Is kanker niet een te complex onderwerp om over te mailen?
Ik geloof het niet. Sommige vragen zijn misschien moeilijk te beantwoorden,
maar dat ligt lang niet altijd aan het feit dat ze per mail gesteld worden.
En ook hier kun je positiever naar kijken, kanker is niet alleen moeilijk
en levensbedreigend, je hoort ook zoveel positieve verhalen van mensen
die succesvol voor kanker behandeld zijn.
In de wereld van de zorg en ook binnen de NFK heerst er nog terughoudendheid
tegenover communicatie per e-mail en internet. Kunt u dat begrijpen?
Ik vind het ouderwets en van weinig lef getuigen. En dat in 2004, notabene
de eeuw van de moderne communicatie. Dit gedrag getuigt van vastzitten
in het oude. We leven in een moderne tijd en daarin gebruik je moderne
communicatiemiddelen.
Wat vindt u ervan dat patiënten in het lotgenotencontact
elkaar raadplegen, als ‘aanvulling’ op de medische informatievoorziening?
Ik ben voor alle communicatie die mensen of lotgenoten er beter gemutst
op maakt. Desnoods doen ze het met een wekelijkse ansichtkaart of via
een telegram (dat kan trouwens weer). Communiceren met elkaar ten bate
van elkaar! Daar gaat het toch om? Per slot van rekening wil je er een
stukje beter van worden.
Hoe ziet u de toekomst van medische consultering per e-mail en
eventueel ook van het lotgenotencontact per mail? Verwacht u dat het uitgebreid
zal worden, dat het zich verder zal ontwikkelen?
We kunnen niet meer terug. Alleen moet het medisch bolwerk om. En dat
kost tijd. We rijden toch ook niet meer in een stoomtrein en vliegen niet
meer in een vliegtuig met ouderwetse motoren? En wat te denken van ons
wagenpark? Wie draait zijn ramen nog handmatig open? Artsen zeker niet!
Wat denkt u dat de nadelen ervan kunnen zijn in de toekomst?
Het is heel vervelend, maar ik zie gewoon geen negatieve dingen. Ik ben
iemand van: probeer iets en kijk hoe het werkt. Dat krijg ik constant
te horen, dat ik te positief ben.
Ik kan me alleen voorstellen dat er problemen ontstaan als er geen goed
geregistreerd landelijk patiëntensysteem is. En als de stroom schaars
zou worden, als de natuurlijke hulpbronnen op zouden raken. Dan hebben
we een probleem, want we kunnen niet meer buiten dat ding, die computer,
we zijn er afhankelijk van. Ik was er daarom vroeger ook tegen, hoewel
ik nu een geautomatiseerde huisartsenpraktijk heb. Dat is misschien ook
het punt bij veel artsen nu. In hun opleiding hebben ze het niet meegekregen
en als veertiger, vijftiger zit je toch in een fase dat je niet meer zo’n
zin hebt om je met die moderne communicatiemiddelen bezig te houden. Maar
daardoor mis je wel van alles. Ik ontmoette op de huisartsenpost een huisarts
in opleiding die via de i-mode op zijn mobiele telefoon huidfoto’s
doorstuurt naar een dermatoloog die ook in is voor moderne communicatie.
Hij zei me: de kosten hiervan zijn wel voor mij, maar ik vind het leuk,
ik wil het zo doen. Bovendien scheelt het me tijd, ik hoef geen afspraken
te maken en na een dag is de uitslag er. Hij is 27 jaar, hij zit er middenin.
Dat is het verschil.
Zouden patiënten of patiëntenverenigingen artsen ertoe
aan kunnen zetten meer gebruik te maken van moderne communicatiemiddelen,
om zo meer aan wensen van patiënten van snelle en efficiënte
behandeling te voldoen? Hoe zouden zij dat kunnen doen, op wat voor manier
heeft dat volgens u het meeste effect?
Door gewoon aan artsen te melden dat je als patiënt op een moderne
wijze wenst te communiceren. En niet constant in allerlei wachtstanden
met de meest achterlijke en ziekmakende muziek op de achtergrond. Of de
belofte krijgt teruggebeld te worden, wat vervolgens niet gebeurt. Ik
adviseer: klein en doeltreffend beginnen als patiënt en gewoon mailen
naar je arts.
Maar van de artsenwereld moet je het voorlopig niet verwachten.
’Ik was het zat’
Robert Mol (49) werkt sinds 1982 als huisarts, eerst op de Nederlandse
Antillen, daarna als solist in Rotterdam-Hoogvliet. Vanaf 2001 is hij
met zijn conventionele praktijk gestopt. ‘Ik was het zat dat ik
iedere dag weer grote aantallen patiënten verplicht zag. Niet de
patiënten, maar het aantal per dag. Naar mijn mening is dit de hoofdoorzaak
van de toenemende burn-out bij artsen.. Er is amper meer tijd om je verdiepen
in nieuwe ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld contact via e-mail.
Ik was toen al gestart met www.emaildokter.nl <http://www.emaildokter.nl>.
Hierdoor zag ik in dat als patiënten op moderne wijze met jou als
arts kunnen communiceren, zij veelal niet langs hoeven komen. Ik had meer
tijd en ruimte nodig om dit idee te propageren. Iemand moet er toch een
start mee maken? Ik heb het gevoel dat er in de afgelopen twee jaar heel
wat is losgemaakt. Ik ben daar blij mee en hoop dat meerdere collega's
het idee gaan overnemen. Leuk om te zien dat een tweetal kinderartsen
recent met www.kinderartsonline.nl is begonnen. Dat geeft een goed gevoel.
Ik ben getrouwd, heb een schat van een echtgenote, drie kinderen geadopteerd
(21, 19 en 17 jaar) en sedert een halfjaar is er een kleine uk, Noa, bijgekomen.
Van deze baby kan ik enorm genieten doordat ik een deel van mijn werkzaamheden
vanuit huis doe. Een paar jaar geleden was dit onmogelijk geweest in verband
met werken in een overvolle praktijk van acht in de ochtend tot zes uur
in de avond.
Wat ik graag doe is bewonderen en genieten. Dat geeft energie en levert
nieuwe ideeën op!’
|