Bron: Algemeen Dagblad 22 september 2004.
Digitale dokter rukt op
Niet meer naar een volle wachtkamer vol ziektekiemen, geen vrij hoeven
nemen van het werk, maar gewoon even contact zoeken via internet met je
huisarts of de specialist. De digitale dokter wordt steeds gewoner. Een
goede zaak of niet? Maandag probeerden artsen en juristen hierop een antwoord
te geven tijdens het vijfde symposium over ‘E-health’ in Rotterdam.
Door Daphne Scheiberlich
Een bezoek aan de huisarts of specialist is een tijdrovende klus. Telefonisch
een afspraak maken is vaak al een bezoeking. Na tien keer bellen maakt
de ingesprektoon eindelijk plaats voor de stem van een assistente die
vraagt of ze je even in de wacht mag zetten. Nou eigenlijk liever niet,
maar voor je dat kunt zeggen, is ze al weer weg. Vijf minuten later kun
je dan eindelijk een afspraak maken. Hoera! Maar die afspraak betekent
doorgaans een paar uur vrij nemen van het werk en wachten in een wachtkamer
vol besmettelijk hoestende stakkers. Als je dat wachten volbracht hebt,
krijg je toegang tot de spreekkamer van de dokter en kun je je schimmelteen,
hardnekkige hoest of blaasprobleem onder de aandacht brengen. Grote kans
dat je na vijf minuten weer buiten staat, met of zonder receptje.
Dat moet gemakkelijker kunnen, dacht huisarts R. Mol een aantal jaren
geleden. Als artsen gebruik maken van e-mail, bieden ze meer service,
kunnen ze mensen met eenvoudige kwalen sneller helpen en houden ze meer
tijd over voor patiënten met ingewikkelder aandoeningen. Tegenwoordig
noemt Mol zich officieel ‘e-maildokter’en organiseert hij
samen met andere artsen symposia over dokteren per e-mail. Zijn eigen
praktijk loopt geheel via telefoon en internet internet. Nieuwe of bestaande
patienten typen hun vraag in, sturen deze naar info@emaildokter.nl en
worden teruggebeld door Mol. Tegen betaling van 12 euro per mail, krijgen
ze een oplossing voor hun probleem. “Vaak hoef ik telefonisch nog
maar een paar vragen te stellen voor ik een diagnose kan geven. Daarmee
heb ik al heel veel mensen geholpen. Laatst had ik bijvoorbeeld een rijschoolhouder
die al drie weken met een bijholteontsteking liep en al twee keer bij
zijn eigen dokter geweest was zonder resultaat. Met een antibioticumkuur
heb ik hem er snel bovenop kunnen helpen zonder dat hij vrij hoefde te
nemen om op mijn spreekuur te komen. Een e-consult is overigens ook ideaal
voor mensen die door het tekort aan artsen geen eigen huisarts hebben.
Op deze manier kunnen zij toch gebruik maken van de gezondheidszorg. Voor
mijzelf is het een groot voordeel dat ik mijn eigen tijd kan indelen.
’s Avonds bel ik veel patiënten terug. Overdag kan ik dan bijvoorbeeld
even een uurtje de stad in. Dat is de meeste gewone huisartsen niet gegeven.”
Mol is zo enthousiast over de mogelijkheden van internet in de medische
wereld dat hij samen met zijn nationale platform E-health, een gezelschap
van zes enthousiaste artsen, om de zes maanden een symposium organiseert
over de voor- en nadelen van het zogenaamde e-consult en aanverwante vormen
van medische zorg via internet.
Een diagnose stellen zonder de patiënt gezien te hebben? Hoe veilig
is dat eigenlijk? En wat als de dokter een fout maakt? Dokter Mol raadt
zijn patiënten altijd aan contact met hem op te nemen als hun klachten
verergeren of als ze de zaak toch niet vertrouwen. “In de praktijk
maken heel weinig mensen daarvan gebruik.”
Dat zoveel klachten via e-mail en telefoon afgedaan kunnen worden is volgens
S. Verlinden, basisarts, eigenaar van het internetbedrijf Vivici en een
van de sprekers op het congres afgelopen maandag, logisch. “Uit
onderzoek blijkt dat tachtig procent van de patiënten die een huisarts
bezoeken, met alledaagse aandoeningen komt waaraan een arts weinig tot
niets hoeft te doen. Op nummer 1 staat bijvoorbeeld hoesten en op nummer
2 lage rugklachten. Dat gehoest wordt in 75 procent van de gevallen veroorzaakt
door een virus en daartegen doe je als arts niets. Is het een bacteriële
infectie, dan is die doorgaans binnen een dag of zes over zonder dat je
iets hoeft voor te schrijven. Wie bloed ophoest, moet natuurlijk wèl
naar de dokter, maar dat soort gevallen haal je er als arts wel uit door
goed door te vragen. Hetzij telefonisch, hetzij via mail. We moeten natuurlijk
voorkomen dat iemand die hoest omdat hij keelkanker heeft er bij ons tussendoor
slipt.”
Verder is het volgens Verlinden belangrijk dat je duidelijk maakt dat
het medisch advies een ‘beperkte houdbaarheidsduur’ heeft.
Wie eerst alleen hoest maar later bijvoorbeeld hoge koorts krijgt, moet
weer contact opnemen met zijn arts.
De experimenten in de gezondheidszorg met E-health beperken zich overigens
niet tot het zogenaamde consult per e-mail. Zorgverzekeraars zien ook
brood in diagnostische kennissystemen waarmee patiënten op internet
zelf kunnen nagaan wat hen scheelt. Verlinden is de bedenker en maker
van zo’n kennissysteem dat op dit moment nog in de testfase zit
maar vanaf 1 oktober toegankelijk is. “Je tikt het website-adres
in, krijgt eerst algemene informatie over het gebruik van het systeem
en kunt dan doorklikken naar een pop waarop je 25 verschillende soorten
klachten kunt aanklikken. Vervolgens moet je antwoord geven op een reeks
vragen en krijg je een diagnose en een advies voor behandeling.”
Verlinden hoopt dat zijn kennissysteem een van de antwoorden is op de
problemen die ontstaan door dreigende tekorten aan artsen en door de druk
op de budgetten voor de gezondheidszorg. “Als wij de hoesters en
snotteraars weghouden van het spreekuur, heeft de dokter weer tijd om
iemand met suikerziekte te behandelen.”
De Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering van Geneeskunde
(KNMG) ziet ondertussen wel wat haken en ogen aan het e-mailconsult en
aanverwante zaken. Beleidsmedewerker gezondheidsrecht D. van Meersbergen
is bezig met het vastleggen van een algemene richtlijn voor e-mailconsulten.
“De wet- en regelgeving loopt nu nog achter bij de praktijk. We
weten dat vervolgrecepten en het maken van afspraken nu al vaak via e-mail
gedaan worden. Bij het e-consult ligt de zaak natuurlijk ingewikkelder
en moeten we goede afspraken met elkaar maken. Hoe weet een patiënt
of hij werkelijk met een arts te maken heeft via internet? Hoe zorg je
ervoor dat geheimhouding verzekerd is bij een medium als internet? Mag
je een mailconsult ook geven zonder dat je de patiënt al eerder gezien
hebt? Welk tarief kan een arts rekenen voor een e-consult? En hoe kom
je er als arts achter of je met een meerder- of minderjarige te maken
hebt die Viagra wil bestellen? Als iemand over zijn leeftijd liegt, kun
je dat op het gewone spreekuur gemakkelijker achterhalen dan via internet.
Veel zaken blijven dus toch de klinische blik vereisen. Internet kan een
prima aanvulling zijn, maar ik kan me niet voorstellen dat het contact
in de spreekkamer helemaal komt te vervallen.”
Als arts moet je volgens Van Meersbergen een patiënt ook uitgebreider
voorlichten over de risico’s die hij loopt wanneer hij vragen onjuist
beantwoordt. Er zijn soms patiënten die de waarheid geweld aandoen
omdat ze bijvoorbeeld met alle geweld een bepaald medicijn willen bemachtigen.
Patiënte Irma de Wit die alleen onder een gefingeerde naam in de
krant wil vertelt: “Via Dokteronline.com heb ik een half jaar geleden
afslankpillen besteld die eigenlijk bestemd zijn voor extreem dikke personen.
Bij het invullen van de vragenlijst gaf ik aan dat ik meer dan 100 kilo
woog terwijl ik eigenlijk maar 70 kilo ben. Binnen een week had ik de
pillen in huis. Over bijwerkingen maakte ik me geen zorgen. Die bleven
gelukkig achterwege, maar slanker werd ik helaas ook niet.”
www. e-healthplatform.nl:
artikelen over dokteren per computer en aankondiging van symposia
Www.fk.cvz.nl:
toegang tot het farmacotherapeutisch kompas met alle medicijnen plus hun
(bij)-werking.
www.emaildokter.nl:
contact met e-maildokter R. Mol.
www.dokteronline.com:
medicijnen tegen depressie, slapeloosheid en overgewicht bestellen.
www.vivici.nl:
Vanaf 1 oktober toegang tot een diagnostisch kennissysteem waarmee u een
diagnose kunt stellen voor uw kwalen
|