Elsevier, nummer 17, 29 april 2006. Door Willem Wansink De internetdokters van Nederland zijn verdrietig. Als het aan de Tweede Kamer ligt, mogen zij geen medicijnen meer voorschrijven aan patiënten die ze niet kennen - waarmee ze dus geen behandelrelatie hebben. De artsen hebben hun hoop gevestigd op de Eerste Kamer die binnenkort de nieuwe Geneesmiddelenwet bespreekt. Begin deze week stuurde de Nederlandse Vereniging voor E-Health (NVEH), nauw betrokken bij het online voorschrijven, een brief naar de Senaat. De internetdokters beroepen zich erop, dat er een strenge richtlijn bestaat voor de relatie met de patiënt, dus ook voor het voorschrijven van medicatie via internet. Dit najaar wordt de richtlijn geëvalueerd door de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Geneeskunde (KNMG). Dat rapport kan beter worden afgewacht. Tijdens de behandeling van de Geneesmiddelenwet in de Tweede Kamer, eerder dit jaar, diende Edith Schippers vicevoorzitter van de VVD-fractie) een amendement in om het voorschrijven van medicatie via het net te verbieden. Schippers (41): ‘Ik ben zeer voor de internetdokter. Juist omdat dat gemakkelijker is en veel tijd scheelt. Maar ook hij moet aan dezelfde hoge eisen en richtlijnen voldoen als de gewone huisarts. Het gaat hier niet om hoofdpijnpilletjes, maar om zware medicijnen.’ Robert Mol (51) huisarts in Capelle aan den IJssel en e-maildokter: ‘Vreemd. Op huisartsenposten wordt ook medicatie voorgeschreven na een telefonisch consult waarbij de patiënt niet eens gezien is door een arts.’ |